Bij de Meldpunten Zorg en Overlast in GGD-regio Hollands Midden en de Meldpunten Bezorgd in de subregio Zuid-Holland West van GGD-regio Haaglanden worden personen gemeld over wie men zich ernstig zorgen maakt of van wie men ernstig overlast ondervindt. De Meldpunten hebben onder andere taken bij het voorkomen van dreigende huisuitzettingen en dreigende afsluiting van energie. Als schakel in een netwerk van gemeente, woningcorporaties, politie en zorg- en opvanginstellingen, wordt door de Meldpunten samen met de ketenpartners de best passende oplossing gezocht. Het streven is om een oplossing voor de langere termijn te realiseren.
Een derde van de jaarlijks gemelde zaken in Hollands Midden en Zuid-Holland West bestaat uit zaken die eerder zijn gemeld, in behandeling zijn genomen en afgesloten. Een systematisch onderzoek van de dossiers kan inzicht geven in eventueel kenmerkende verschillen tussen recidiverende zaken en zaken die na afsluiting niet terugkomen.
Het doel van het onderzoek is inzicht verwerven in de onderscheidende kenmerken van zaken die niet recidiveren en zaken die wel recidiveren. De verwachting is dat eventuele verschillen tussen wel en niet recidiverende zaken de meldpuntmedewerkers handvatten kunnen geven om recidiverende zaken te voorkomen.
De onderzoeksvragen in dit onderzoek zijn als volgt:
I. Is het percentage zaken dat recidiveert verschillend per type melder?
II. Is het percentage zaken dat recidiveert verschillend per reden om te melden?
III. Zijn er andere verschillen tussen zaken die wel of niet recidiveren?
IV. Hoe vaak gaat het bij recidive om hetzelfde type melder?
V. Hoe vaak wordt bij recidive dezelfde reden voor melding geregistreerd als bij de eerste melding?
De onderzoekspopulatie bestaat uit het cohort-2012. Het cohort-2012 bestaat uit alle nieuwe zaken die door de meldpunten tussen 1 januari en 31 december 2012 voor de eerste keer zijn afgesloten. Deze zaken kunnen al voor 1 januari 2012 zijn gemeld, maar zijn dan wel in 2012 afgesloten. Afgesloten zaken worden maximaal een jaar gevolgd op recidive. Aan het eind van 2013 wordt geïnventariseerd welke afgesloten zaken binnen een jaar opnieuw zijn gemeld.
Van het cohort-2012 zijn onderstaande kenmerken geregistreerd:
De gegevens bij aanmelding van de recidiverende zaken worden genoteerd. Door koppeling van de recidiverende zaken aan de eerste afgesloten zaken in 2012, kunnen de kenmerkende verschillen tussen zaken die wel en niet recidiveren geanalyseerd worden.
Opdrachtgevers: Zorgpartners van de GGD in het Coördinatieteam in Gouda, de Stuurgroep Toeleiding naar zorg in Leiden en de gemeente Zoetermeer
Projectleider: Hanneke Tielen, Epidemioloog, GGD Hollands Midden
Contactpersoon: Nienke Terpstra, Onderzoeker Publieke Gezondheid, GGD Hollands Midden, nterpstra@ggdhm.nl
GGD Hollands Midden
GGD Haaglanden (tot 31 dec 2013: GGD Zuid-Holland West)
Gemeente Gouda: Esther Vink
Gemeente Leiden: Anita van Zeijl
Gemeente Zoetermeer: Peter Esseveld, Beleidsmedewerker OGGZ; Katrien Stuyt, Beleidsmedewerker OGGZ
In het onderzoek zijn 1.804 zaken, die in 2012 voor de eerste keer werden afgesloten bij één van de meldpunten, gedurende één jaar opgevolgd in de tijd. 268 zaken (15%) werden binnen een jaar opnieuw gemeld. Zaken gemeld door woningcorporaties bleken iets vaker te recidiveren dan zaken gemeld door andere type melders.
In Zuid-Holland West bleken zaken die gemeld waren vanwege huisvestingsproblematiek (vooral in combinatie met bezorgdheid om kinderen) iets vaker te recidiveren, in Midden Holland keerden zaken gemeld vanwege overlast vaker terug. In Midden-Holland kwamen meer recidieven als doorverwezen was naar de huisarts, in Zuid-Holland West als doorverwezen was naar de schuldhulpverlening, al ging het in dit laatste geval om kleine aantallen. In ongeveer de helft van de gevallen werden eerste en tweede melding gedaan door eenzelfde type melder. In ongeveer vier van de vijf gevallen kwam ten minste één van de redenen om te melden overeen tussen de eerste en tweede melding. Vooral psychiatrie/verslaving en financiële/huisvestingsproblematiek werden vaak zowel in de eerste als tweede melding genoemd. Dit waren ook de meest voorkomende meldredenen, ook waar het eerste meldingen betreft.
Helaas konden, met de kwantitatieve analyse van registratiegegevens, weinig concrete antwoorden gegeven worden op de vragen zoals door de opdrachtgevers gesteld. Dit had onder andere te maken met verschillen in de manier van registreren en gebruikte systemen tussen de meldpunten, de bruikbaarheid van registratiesystemen voor het verrichten van onderzoek en veranderingen in de manier van werken gedurende het onderzoek. Mogelijk kan kwalitatief onderzoek, bijvoorbeeld dossieronderzoek en gesprekken met medewerkers, hulpverleners of cliënten, meer sturingsinformatie opleveren.
Aanleiding: Een deel van de zaken zoals gemeld bij de Meldpunten Bezorgd / Zorg en Overlast van de GGD wordt, na behandeling en afsluiting, opnieuw gemeld (recidive).
Doel: Het verwerven van inzicht in de kenmerken van zaken die wel en niet recidiveren.
Onderzoeksvragen: Is het percentage zaken dat recidiveert verschillend per type melder of reden om te melden? Hoe vaak gaat het bij recidive om hetzelfde type melder of dezelfde reden voor melding?
Onderzoeksmethode: Analyse van bestaande registratiebestanden.
Resultaten: 15% van de zaken werd binnen een jaar opnieuw gemeld (periode 2012-2013). Zaken gemeld door woningcorporaties of vanwege huisvestingsproblematiek of overlast recidiveren vaker dan andere zaken. In vier van de vijf gevallen kwam ten minste één van de meldredenen overeen tussen eerste en tweede melding, in de helft van de gevallen het type melder.
Conclusies: Analyse van registratiegegevens levert slechts beperkte handvatten op voor het voorkomen van recidive.
© 2024 awpg Lumens. Alle rechten voorbehouden / Disclaimer / Privacy / Realisatie: Lemon